Stroomtekort: impact op de werkvloer

In de maanden november, januari en februari kan u als werkgever geconfronteerd worden met stroomtekorten. Door deze stroomtekorten is het mogelijk dat het normale werk niet uitgevoerd kan worden of dat werkzaamheden dienen stopgezet te worden. Er zijn echter enkele maatregelen die genomen kunnen worden om te anticiperen op de gevolgen hiervan, o.a. de aanvraag van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht, telewerk of tijdelijke aanpassing van uurroosters.

Allereerst moet er een onderscheid gemaakt worden tussen een tijdelijke stroomonderbreking en een stroomonderbreking die een volledige dag duurt. Wanneer in de loop van de dag een stroomonderbreking plaatsvindt maar er daarvoor en/of daarna wel gewerkt kan worden, gaat het om een onderbroken arbeidsdag. In dat geval hebben uw werknemers ook voor deze ‘verloren uren’ recht op loon.  

Bij een stroomonderbreking die een volledige dag duurt, kan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aangevraagd worden bij RVA. Het feit dat de stroomonderbreking op voorhand zal aangekondigd worden, belet niet dat het om een situatie van overmacht kan gaan. Bij de vorige periode van stroomtekorten in 2014-2015 ging RVA akkoord om tijdelijke werkloosheid wegens overmacht toe te passen op arbeiders en bedienden. Voor dit jaar is het standpunt van RVA nog niet bekend. Uiteraard geldt dit slechts voor situaties waarbij de werkgever zelf geen schuld heeft aan de stroomonderbreking.

Er bestaan allerlei maatregelen waarmee de gevolgen van een stroomtekort tot een minimum kunnen herleid worden. Zo kan er geïnvesteerd worden in infrastructuur (noodgeneratoren) om het hoofd te bieden aan stroomonderbrekingen. Er liggen echter ook mogelijkheden om het werk anders te organiseren. Indien het praktisch mogelijk is, zouden werknemers die niet in een afgeschakelde zone wonen gestimuleerd kunnen worden om van thuis te werken. Voorts kan in onderling overleg tussen werkgever en werknemer overeengekomen worden om vakantie op te nemen op de dag van de stroomonderbreking.

Een andere mogelijkheid bestaat erin om te werken volgens een alternatief werkrooster om de arbeidsdag vroeger te laten aanvangen of later te laten eindigen afhankelijk van het tijdstip van de stroomonderbreking. Uiteraard kan dit enkel voor zover deze mogelijkheden voorzien zijn in het arbeidsreglement en dit tijdig aan de werknemers gecommuniceerd wordt. Ondernemingen die werken met glijtijden kunnen binnen deze grenzen op zoek gaan naar het meest optimale werkmoment om het stroomtekort op te vangen.

Er kan in die zin overwogen worden om speciaal voor periodes van stroomonderbreking een nieuw uurrooster in te voegen in het arbeidsreglement. Aangezien het hier om een wijziging van het arbeidsreglement moet hier zelfde procedure gevolgd worden als bij de opstelling ervan.