Raming VAA woning: fiscus volgt de rechtspraak
25 juni 2018
Via een circulaire van 15.05.2018 zijn de richtlijnen gewijzigd voor de forfaitaire raming van het voordeel alle aard voor de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning. De fiscale administratie volgt de rechtspraak en aanvaardt dat het voordeel alle aard voor de woning mag berekend worden op basis van de formule “100/60 van het geïndexeerde KI” en dit ongeacht door wie het onroerend goed ter beschikking wordt gesteld.
Voordien werd het voordeel forfaitair vastgesteld op 100/60 van het geïndexeerde KI indien het onroerend goed ter beschikking gesteld werd door een natuurlijk persoon. Indien de terbeschikkingstelling gebeurde door een rechtspersoon werd het voordeel forfaitair geraamd op 100/60 van het geïndexeerde KI vermenigvuldigd met 1,25 (indien het niet-geïndexeerde KI kleiner dan of gelijk was aan € 745) of 3,8 (indien het niet-geïndexeerde KI groter was dan € 745).
Een tijd geleden heeft de rechtspraak een ander standpunt ingenomen waarbij zowel het hof van beroep te Gent als het hof van beroep te Antwerpen oordeelden dat het onderscheid tussen terbeschikkingstelling door rechtspersonen en door natuurlijke personen bij de forfaitaire waardering van het voordeel alle aard voor de woning discriminerend en ongrondwettelijk is. Deze oordeelden terecht dat er geen redelijke en objectieve verantwoording is voor dit onderscheid. Aangezien de vroegere richtlijn als ongrondwettelijk werd beschouwd en er nog geen nieuwe wetgeving is, heeft de fiscale administratie beslist om geen factor toe te passen zolang er geen nieuwe regeling is.