Responsabiliseringsbijdrage economische werkloosheid

Sedert 2012 is een bijzondere bijdrage verschuldigd indien de arbeiders per jaar meer dan 110 dagen tijdelijk werkloos zijn om economische redenen. Dit stelsel is grondig hervormd van een jaarbijdrage naar een kwartaalbijdrage. Vanaf het 1e kwartaal 2017 wordt het nieuwe systeem voor de eerste keer toegepast. Zolang er geen 110 dagen economische werkloosheid worden aangegeven in het betrokken kwartaal en de drie kwartalen voorafgaand, is de werkgever geen bijdrage verschuldigd. Van zodra deze grens van 110 dagen wordt bereikt, is er sprake van een overdreven gebruik en moet een bijdrage betaald worden. Het bedrag van deze bijdrage wordt forfaitair en progressief bepaald volgens het aantal dagen tijdelijke werkloosheid.

Wat wijzigt er? De jaarbijdrage wordt omgezet in een kwartaalbijdrage. De bijdrage zal per kwartaal geïnd worden op basis van het aantal dagen economische werkloosheid in de referteperiode. Deze referteperiode loopt telkens over de 4 meest recente opeenvolgende kwartalen. De nieuwe kwartaalbijdrage zal berekend worden op alle werkloosheidsdagen om economische redenen uit het beoogde kwartaal (indien overschrijding in de referteperiode) in plaats van enkel voor het aantal werkloosheidsdagen dat het toegelaten aantal (i.c. 110) overschrijdt.

Het nieuwe berekeningssysteem geldt aldus vanaf het 1e kwartaal 2017 maar houdt dan rekening met de dagen economische werkloosheid in het 2e, 3e en 4e kwartaal 2016 en het 1e kwartaal van 2017 voor de bepaling van de bijdrage voor het eerste kwartaal 2017.

Om deze bijdrage te vermijden, is het aangewezen het aantal dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen te beperken en/of deze dagen te spreiden over de groep van werknemers en over de verschillende kwartalen.

De specifieke regeling die geldt in de bouwsector blijft ongewijzigd.