Verblijfsvergoeding voor lange buitenlandse dienstreizen
05 november 2013
Voor korte buitenlandse dienstreizen van minimum 10 uur en maximum 30 kalenderdagen kon men al langer een verblijfsvergoeding toekennen voor de terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever. Voortaan wordt onder bepaalde voorwaarden ook voor buitenlandse dienstreizen langer dan 30 kalenderdagen een forfaitaire verblijfsvergoeding aanvaard. Deze vergoeding dekt de kosten van maaltijden en kleine uitgaven voor onder meer taxi en openbaar vervoer, drank, versnaperingen, lokale telefoongesprekken en fooien.
De bedragen uit de landenlijst die de overheid hanteert voor ambtenaren, mogen ook toegepast worden in de privésector. Terwijl voor korte buitenlandse dienstreizen de bedragen van categorie 1 worden aanvaard, dient men voor lange buitenlandse dienstreizen de lagere bedragen van categorie 2 te hanteren. Deze forfaitaire vergoeding is voor eenzelfde opdracht beperkt tot 24 maanden en de toekenning of betaling ervan wordt onderbroken in geval van definitieve vestiging van de werknemer of bedrijfsleider in het buitenland.