Wijze en tijdstip van uitbetaling van het loon
12 augustus 2010
De wijze en tijdstip van uitbetaling van het loon zijn vaak vanzelfsprekend, doch zijn ook hier voorwaarden aan verbonden, al dan niet afhankelijk van het statuut van de werknemer (arbeider of bediende).
De wijze van uitbetaling van het loon in geld moet gebeuren hetzij van hand tot hand, hetzij in giraal geld. Indien werd overeengekomen om het loon in giraal geld te betalen, zijn enkel de volgende betalingswijzen toegelaten: de postassignatie, de circulaire cheque of via overschrijving op een bank- of postchequerekening. De werknemer heeft de keuze uit deze drie betalingswijzen. De verschuldigde bank- of posttaksen vallen volledig ten laste van de werkgever.
Het tijdstip en de frequentie van betaling zijn afhankelijk van het statuut van de werknemer, m.n. arbeider of bediende.
Voor arbeiders dient het loon op gezette tijdstippen, m.n. min. 2 keer in de maand met een tussenpoos van max. 16 dagen, te worden uitbetaald. Voor arbeiders moet er aldus steeds een voorschot betaald worden. Dit voorschot moet bij benadering overeenstemmen met het verschuldigde netto loon voor de reeds gewerkte periode. De 2de betaling moet een definitieve betaling uitmaken van het loon van die maand.
Voor bedienden dient het loon maandelijks te worden uitbetaald (1 keer per maand).
Het loon moet worden uitbetaald op de tijdstippen bepaald in een CAO of in het arbeidsreglement en dit uiterlijk op de 7de werkdag na de maand waarvoor de uitbetaling geschiedt. Wanneer er geen regeling voorzien is, dan moet het loon betaald worden uiterlijk op de 4de werkdag na de maand waarvoor de uitbetaling geschiedt.