Hoe en wanneer loon uitbetalen?

Afhankelijk van het statuut van de werknemer (arbeider of bediende) bestaan er andere voorwaarden voor de wijze en het tijdstip van de uitbetaling van het loon. Het loon moet worden uitbetaald op tijdstippen bepaald in een cao of in het arbeidsreglement en dit uiterlijk op de zevende werkdag na de maand waarvoor de uitbetaling geschiedt. Indien er geen regeling voorzien is, moet het loon betaald worden uiterlijk op de vierde werkdag na de maand waarvoor de uitbetaling geschiedt. Het loon moet hetzij in giraal geld, hetzij van hand tot hand betaald worden.

Het tijdstip en de frequentie van betaling zijn afhankelijk van het statuut van de werknemer. Voor arbeiders dient het loon minstens twee keer in de maand, met een tussenpose van maximum 16 dagen, te worden uitbetaald. Voor arbeiders moet er aldus steeds een voorschot betaald worden. Dit voorschot moet bij benadering overeenstemmen met het verschuldigde netto loon voor de reeds gewerkte periode. De tweede betaling moet een definitieve betaling uitmaken van het loon van die maand. Voor bedienden moet het loon maandelijks uitbetaald worden.