Regels opname vakantiedagen

Alle vakantiedagen moeten tussen 1 januari en 31 december van het vakantiejaar genomen worden. Het is aldus verboden om vakantiedagen over te dragen naar een volgend jaar of afstand te doen van vakantiedagen. Wanneer een werknemer schoolgaande kinderen heeft, krijgt hij zijn vakantiedagen bij voorkeur tijdens de schoolvakanties. Iedere werknemer heeft recht op 2 weken aaneensluitende vakantie tussen 1 mei en 31 oktober, tenzij hij dit niet wenst. Voor werknemers jonger dan 18 jaar op het einde van het vakantiedienstjaar zijn dit 3 weken. De werknemer moet minstens 1 week ononderbroken vakantie nemen.

In het arbeidsreglement kunnen eventuele afwijkende regels inzake de duur en opname van vakantie opgenomen worden. Het kan nuttig zijn om op te nemen welke voorrangsregels bij gelijktijdige aanvraag gevolgd worden, de manier waarop men vakantie moet aanvragen of de termijn voor het aanvragen van vakantie.